Alle tanks, ongeacht de ouderdom, de omvang en het type, moeten voorzien zijn van een overvulbeveiliging om de schade te beperken in het geval er te veel stookolie is besteld.
Bovendien moeten alle nieuwe tanks een identificatieplaatje dragen en moeten ze onder het toezicht worden geplaatst van een door het Vlaams Gewest erkende technicus, die zal instaan voor de controle ervan.
Specifieke verplichtingen voor een stookolietank met een inhoud van minder dan 5.000 liter
De nieuwe ondergrondse tanks, alsook de tanks in staal, in prefabbeton of in polyester, moeten om de vijf jaar worden nagezien. Bij stookolietanks die niet met een lekdetector zijn uitgerust moet er ook een dichtheidstest worden voorzien. Ook de reeds bestaande en ondergrondse tanks moeten om de vijf jaar worden gecontroleerd.
De regels die gelden voor stookolietanks van meer dan 5.000 liter
Bovenop de overvulbeveiliging en het verplichte identificatieplaatje voor alle nieuwe tanks, moeten de ondergrondse nieuwe stookolietanks in bepaalde gevallen voorzien zijn van een permanente lekdetector, bij voorbeeld in waterwinningsgebieden.
Algemeen gezien moeten de toegankelijke tanks met een inhoud van meer dan 5.000 liter, of ze nu oud of nieuw zijn, om de drie jaar worden nagezien door een door het Vlaams Gewest erkende technicus, terwijl ondergrondse tanks om het jaar of om de twee jaar moeten worden gecontroleerd; de frequentie hangt af van de geografische ligging en het tankmateriaal. De installatie van een nieuwe stookolietank met een inhoud van meer dan 5.000 liter moet ook bij de Gemeente worden aangegeven.
Voor alle duidelijkheid: het is nuttig uw stookolietank te onderhouden om te zorgen voor de goede werking van uw verwarmingsinstallatie.