In België is het periodieke onderhoud van verwarmingsinstallaties die werken op stookolie een gewestelijke materie. Maar ondanks de verschillen in de wetgeving zijn Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het over twee belangrijke zaken roerend eens: dat onderhoud is verplicht en moet jaarlijks gebeuren.
Een ander belangrijk gegeven is dat die controle moet worden uitgevoerd door een professionele, opgeleide en erkende technicus.
De controle van de verwarmingsinstallaties die werken op huisbrandolie in Vlaanderen
Het besluit van de Vlaamse Regering betreffende het onderhoud en de controle van verwarmingsinstallaties voor verwarming of aanmaak van warm verbruikswater is op 1 juni 2007 van kracht geworden.
Het besluit is van toepassing op centraleverwarmingstoestellen met een nominaal vermogen van 20 kW of meer. Het omschrijft hoe een centraleverwarmingsinstallatie op stookolie moet worden nagezien om de goede staat en de veilige werking ervan te waarborgen. Het besluit bepaalt eveneens het maximumgehalte aan koolmonoxide in de verbrandingsgassen.
De tekst licht de verplichtingen van de gebruiker en van de eigenaar van een centraleverwarmingsinstallatie toe in termen van inspectie voor de eerste ingebruikneming en van onderhoud van het toestel:
- alle nieuwe centraleverwarmingstoestellen op stookolie moeten worden nagezien vóór ze de eerste keer in gebruik worden genomen. De inspectie moet gebeuren door een erkende technicus op het gebied van vloeibare brandstoffen.
- alle centraleverwarmingstoestellen moeten aan een jaarlijks periodiek onderhoud worden onderworpen. Dat onderhoud moet worden uitgevoerd door een technicus die erkend is voor toestellen die werken op vloeibare brandstoffen.
- de eigenaar van een centraleverwarmingsinstallatie met een nominaal vermogen van meer dan 20 kW moet een eenmalige verwarmingsaudit laten uitvoeren binnen een termijn van twee jaar na de vijftiende verjaardag van het toestel. Die audit moet worden uitgevoerd door een erkende technicus.
Het onderhoud omvat:
- het vegen en controleren van de schoorsteen;
- het nazicht en de regeling van de brander;
- de controle van de verluchting in het stooklokaal en de aanvoer van verbrandingslucht.
Raadpleeg de regelgeving in verband met stookolietanks in Vlaanderen
De controle van de verwarmingsinstallaties die werken op huisbrandolie in Wallonië
In Wallonië licht het besluit van de Waalse Regering van 29 januari 2009 (gewijzigd in mei 2014) de verplichtingen toe van de eigenaar en van de gebruiker van de centraleverwarmingsinstallatie in termen van eerste ingebruikneming, controle en onderhoud:
- de plaatsing, de eerste ingebruikneming en de oplevering van een nieuwe installatie moeten gebeuren door een erkende technicus.
- de controle omvat: de meting van de uitstoot, de controle van het stooklokaal, de luchtaanvoer en de schoorsteen. Daarnaast moet er een controle gebeuren na elke technische interventie op het verbrandingsonderdeel van de warmtegenerator.
- bij elke installatie ouder dan 15 jaar en met een vermogen van meer dan 20kW, moet er een audit gebeuren.
- de persoon die de controle heeft uitgevoerd bezorgt aan de gebruiker een controleattest met daarop verschillende inlichtingen over de prestatie van de verwarmingsinstallatie, alsook aanbevelingen om de energieprestatie van het geïnspecteerde systeem te verbeteren.
Raadpleeg de regelgeving over de stookolietanks in Wallonië
De controle van de verwarmingsinstallaties die werken op huisbrandolie in Brussel
Het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de EPB-vereisten (Energieprestatie van gebouwen) die gelden voor de verwarmingssystemen voor de bouw bij de installatie en tijdens de exploitatie ervan is op 19 juli 2010 van kracht geworden.
Het Brussels Gewest maakt een onderscheid tussen verwarmingssystemen met een nominaal vermogen van minder dan 100 kW (type 1) en die met een vermogen van 100 kW of meer (type 2).
De oplevering van verwarmingssystemen met stookolie van type 1 moet gebeuren door een erkende verwarmingsinstallateur. Bij type 2-installaties wordt de oplevering toevertrouwd aan een erkende EPB-verwarmingsadviseur.
In Brussel omvat de jaarlijkse periodieke controle een reiniging van alle onderdelen van de verwarmingsinstallatie en van het systeem voor de afvoer van de verbrandingsgassen, de regeling van de brander en de controle of de installatie voldoet aan de vereisten van het besluit.
Voor de verwarmingssystemen met een nominaal vermogen van meer dan 20 kW, moet er een installatiediagnose worden uitgevoerd ten vroegste een jaar voor en ten laatste een jaar na de vijftiende verjaardag van de oudste ketel van het verwarmingssysteem.