De jongste maanden hebben de verschillende regeringen van het land het regionale luik van het Energie-Klimaatplan aangenomen. Maar wat houdt dat plan in? En wat betekent dat concreet voor de verbruikers van stookolie?
Waarom een Energie-Klimaatplan voor België?
In 2016 heeft de Europese Commissie een wetgevend pakket in het leven geroepen dat de “Clean Energy Package” werd genoemd. Doel was het energie- en klimaatbeleid van de verschillende Lidstaten tussen 2020 en 2030 aan te sturen.
In die context moet elk land een strategisch Energie-Klimaatplan opstellen dat rekening houdt met 5 dimensies, nl. :
- een koolstofarme ontwikkeling;
- de energie-efficiëntie ;
- de veiligstelling van de bevoorrading;
- de organisatie van de energiemarkt ;
- het onderzoek en de innovatie.
Dat plan moet er onder meer voor zorgen dat Europa de concrete doelstellingen haalt die voor 2030 zijn vooropgesteld:
- minstens 27 % energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto eindverbruik in Europa;
- minstens 30 % daling van primair energieverbruik;
- minstens 40 % daling van de uitstoot van broeikasgassen vergeleken met 1990.
Welke zijn de maatregelen van het Energie-Klimaatplan ?
Momenteel hebben de Waalse, Brusselse en Vlaamse regeringen hun gewestelijke plannen goedgekeurd tot tegen het einde van het jaar te komen tot een nationaal plan.
Dit is een greep uit de maatregelen die aan Vlaamse kant werden aangenomen:
- stopzetting van de aansluiting op aardgas voor nieuwe verkavelingen;
- uitdoving van de commercialisering van nieuwe verwarmingsketels op stookolie, maar alleen voor nieuwbouw en grondige energetische renovaties;
- slimme kilometerheffing voor particulieren;
- installatie van 12,6 miljoen bijkomende zonnepanelen enz.
In Brussel werden (onder meer) de volgende voorstellen naar voren geschoven:
- ontwikkeling van projecten om het grondgebied te vergroenen;
- digitalisering van de werking van de Administratie;
- productie van hernieuwbare energie (elektriciteit) op de openbare gebouwen en in de openbare ruimten van de stad Brussel;
- installatie en regeling van de LED-verlichting in de gebouwen van de Stad en langs de wegen;
- uitbreiding van het fietsplan;
- bevordering van het systeem van autodelen;
- premie voor eigenaars of huurders om de doorlaatbare en vergroende oppervlakken te vergroten enz.
In Wallonië tot slot zijn de maatregelen minder nauwkeurig. Ze zijn bedoeld om:
- het energieverbruik te doen dalen voor het transport voor goederen en personen door de mobiliteit transversaal aan te pakken, onder meer door een vergroening van het voertuigenpark en van het openbaar vervoer;
- het aandeel hernieuwbare energie in de energieproductie doen toenemen: productie van wind- en zonne-energie voor de elektriciteit en biomassa voor de warmte;
- renovatie van de residentiële gebouwen en van de tertiaire sector.
Die doelstellingen zouden haalbaar moeten zijn dankzij het principe “de vervuiler betaalt” en van “prijssignaal” om aan te zetten tot een verantwoord verbruik.
Geen verandering voor de verbruikers van huisbrandolie
Concreet betekent dit dat - momenteel - het Energie-Klimaatplan niets verandert voor de gezinnen zich verwarmen met stookolie. Alleen wie een nieuwe woning bouw of een grondige energierenovatie doorvoert in Vlaanderen, kan normaal gezien niet langer opteren voor een verwarmingsketel op stookolie of op gas. Wie nu een verwarmingsketel op stookolie heeft, kan die natuurlijk blijven gebruiken. In Wallonië en Brussel is deze kwestie niet aan de orde vóór 2035. Geen reden tot onrust dus!
