Zoals we eerder al vaak hebben vermeld, heeft de Amerikaanse olieproductie een belangrijke invloed op de evolutie van de oliemarkt. De Verenigde Staten mag zich vandaag - terecht - het grootste olieproducerende land ter wereld noemen.
OPEC versus Verenigde Staten
Sinds de jaren 1970 domineert de OPEC wereldwijd de olieproductie. Deze vijftien landen, gegroepeerd in een intergouvernementele organisatie, kozen er in 1960 voor om hun krachten te bundelen zodat hun stem luider zou klinken op de oliemarkt.
De Verenigde Staten en Rusland (de voormalige Sovjet-Unie) waren lange tijd de voornaamste producenten. In het begin van de jaren 2000 slaagde Saoedi-Arabië, lid van de OPEC, erin om in zijn eentje de productie van de Verenigde Staten en Rusland te overtreffen. Tot in 2016 pompte deze staat in het Midden-Oosten meer dan 400 miljoen ton olie uit de grond, goed voor meer dan 13 percent van de wereldproductie.
Beetje bij beetje sloop de Verenigde Staten echter weer naar de eerste plaats, dankzij de winning van schalieolie. Sinds 2017 heeft de Verenigde Staten Saoedi-Arabië ingehaald en is het opnieuw de grootste olieproducent ter wereld. Tegelijk is het aandeel van de OPEC-landen in de wereldproductie gezakt tot ongeveer 40%.
De VS produceert 16,2% van de wereldolie
Sinds eind 2016 is de Amerikaanse productie alsmaar toegenomen. De Verenigde Staten levert gemiddeld 11,7 miljoen vaten per dag, waarmee het Rusland met 11,4 miljoen vaten en Saoedi-Arabië met 10,75 miljoen vaten de loef afsteekt. Aan het einde van Barack Obama's presidentiële termijn in 2016 was de Amerikaanse productie maar goed voor 9 miljoen vaten per dag. In 2018 werd 16,2% van de olie in de wereld geproduceerd in de Verenigde Staten. Hoe valt die ongelooflijke stijging te verklaren?
Met de komst van Donald Trump in 2016 kreeg de exploitatie van schalieolie een nieuwe impuls om het wereldwijde aanbod op te schroeven en de prijzen betaalbaar te houden, zodat de Amerikaanse industrie nieuw leven kon worden ingeblazen.
Goed om weten
Met een productie van bijna 100 miljoen vaten per dag in 2018 en een stijging van 2,4% ten opzichte van 2017 is de wereldwijde olieproductie nog nooit zo hoog geweest. De belangrijkste motor van die groei is de Verenigde Staten.
Naar een nog grotere olieproductie
De Verenigde Staten lijkt het daar niet bij te willen laten. Er zitten namelijk nog een paar nieuwe projecten in de pijplijn, voornamelijk in het Permbekken. Dit bekken strekt zich uit over 200.000 km2, van het westen van Texas tot het zuidoosten van New Mexico, en in het gesteente zou naar verluidt het equivalent van 70 miljard vaten schalieolie zitten.
In dat verband schat het Internationaal Energieagentschap (IEA) dat de productie in de VS binnen vijf jaar kan verdubbelen, waarvan meer dan twee derde afkomstig zal zijn van schalieolie.
Amerikaanse olieproductie is niet zonder impact
Als gevolg van al die ontwikkelingen is de invoer van ruwe olie in het land, dat tevens de grootste olieverbruiker ter wereld is, sterk gedaald. In november 2018 exporteerden de Verenigde Staten voor het eerst in 45 jaar meer olie dan ze importeerden.
Een ander belangrijk effect is dat de oliemarkt verstoord is geraakt en de geopolitieke verhoudingen zijn veranderd. Dat heeft sowieso gevolgen voor de olieprijzen en dus ook voor de brandstofprijzen, onder meer de stookolieprijs.
Lees ook:
Waarom hebben de beslissingen van de OPEC een invloed op de stookolieprijs?